Het gedicht De Wilgenman
De Wilgenman in het boek Dood-Gewoon
De Wilgenman

Ken je Jan de Wilgenman,
die zo prachtig vlechten kan?
Hij vlocht een schip van wilgenteen.
Daar ging ik met mijn zusje heen.
Ik was de wilgenkapitein,
mijn zusje mocht de stuurman zijn.

Hij vlocht een boot en nog een boot.
Hij vlocht een hele wilgenvloot.
Mijn vader was de lichtmatroos.
en ik was laatst een meisje loos.
Ik viel wel vier keer over boord.

Toen vlocht de Wilgenman een poort.
Hij vlocht een poort van wilgenteen.
Daar reed ik op mijn paard doorheen.
Ik was een ridder met een zwaard
en opa Arie was het paard,
de snelste hengst van heel het land.

Nu vlecht de Wilgenman een mand.
Hij vlecht een wieg, hij vlecht een baar.
De wieg is af, de mand is klaar.
Hij vlecht een baar, hij vlecht een ei.
De cirkel rond, de dood voorbij.
Hij vlecht een ei voor in de grond.
De dood voorbij, de cirkel rond.

Ken je Jan de Wilgenman,
die zo prachtig vlechten kan?
Die zo prachtig vlechten kon?
Hij vlecht de maan, hij vlocht de zon.
Hij vlecht een vloot, hij vlocht een poort,
kruipt in zijn ei en plant zich voort,
diep in de grond. De mand ontspruit.
Hij wordt wilg. Het ei loopt uit.
Hij wordt een treurwilg, sterk en groot.

Zo vlecht hij leven uit de dood.
Omslag van het boek Dood-Gewoon

Het gedicht De Wilgenman is gemaakt door Bette Westera en is gepubliceerd in haar boek Dood-Gewoon, een boek met gedichten over de dood. Voor kinderen en volwassenen. De prachtige illustraties zijn van Sylvia Weve.

Website: www.gottmer.nl
<< TERUG NAAR WILGENMAN